Verzekeringsfraude

In de rubriek ‘Uitspraak van de maand’ komen voor mijn praktijk relevante uitspraken naar voren en informeer ik u over de actualiteiten. Deze maand schrijf ik over een uitspraak van Rechtbank Oost-Brabant over het terugbetalen van schade-uitkeringen bij verzekeringsfraude.

EVR Verzekeringsrecht
mr. J.P. (Joost) van den Bogart

Vervallen uitkeringen bij opzettelijke misleiding

Verval van recht op uitkering bij opzettelijke misleiding

In artikel 7:941 lid 5 BW is bepaald dat het recht op uitkering vervalt indien de verzekeringnemer of verzekerde de verzekeraar opzettelijk heeft misleid. In de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant is de vraag aan de orde of de door een verzekeraar gedane uitkeringen vóór het moment van de opzettelijke misleiding ook komen te vervallen.

De situatie van de verzekerde

De verzekerde ontvangt een maandelijkse uitkering van de verzekeraar. Op enig moment ontdekt de verzekeraar dat de verzekerde fraudeert. De verzekeraar beëindigt de dekking onder de verzekeringsovereenkomst met op een beroep op artikel 7:941 lid 5 BW. De verzekerde laat het er niet bij zitten en start een procedure op met als doel de dekking onder de verzekering weer te laten hervatten en de schade vergoed te krijgen.

Verweer van de verzekeraar en eis om uitkeringen terug te betalen

De verzekeraar verweert zich en eist dat de verzekerde alle periodieke uitkeringen aan haar terugbetaalt, want volgens de verzekeraar volgt uit artikel 7:941 lid 5 BW dat alle uitkeringen vervallen in het geval opzettelijke misleiding of verzekeringsfraude.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank volgt de verzekeraar niet en verwijst daarbij naar de parlementaire geschiedenis van artikel 7:941 BW. Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat de wetgever niet wil dat bij de fraude de verzekerde nog recht heeft op vergoeding van de geleden schade. De bedoeling van de wetgever is dat vanaf het moment van de fraude alle uitkeringen moeten worden terugbetaald of niet meer verschuldigd zijn, aldus de rechtbank.

De conclusie is dan ook dat de verzekerde de ontvangen uitkeringen vóór het moment van fraude niet hoef terug te betalen.