Grenzen aan het verval van recht

 

Verzekeraars kunnen op grond van de wet en de polisvoorwaarden gevolgen verbinden aan verzekeringsfraude. Een van die gevolgen is dat het recht op uitkering komt te vervallen, behoudens het geval waarin het verval van recht niet gerechtvaardigd is. Op 7 januari 2025 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden daarover een belangrijk arrest gewezen. Het arrest biedt meer duidelijkheid over de vraag welke omstandigheden het verval van recht niet rechtvaardigen.

Fraude Verzekeringsrecht
mr. Berend van Buul
mr. B.R. (Berend) van Buul

Grenzen aan het verval van recht

Feiten

Een particulier heeft een woonhuisverzekering en inboedelverzekering afgesloten. In de tussen partijen gesloten verzekeringsovereenkomst is bepaald dat in geval van fraude de verzekeraar de schade niet  vergoed, de reeds uitgekeerde schadevergoedingen terugvordert en dat dit ook geldt voor schadeclaims op een andere verzekering voor dezelfde gebeurtenis.

Na een brand heeft de verzekerde de schade geclaimd en de verzekeraar heeft dekking verleend. De schade aan de opstal en de inboedel zijn vastgesteld op een bedrag van € 354.796,73 respectievelijk € 71.470,00. Conform de polisvoorwaarden heeft de verzekeraar 50% van de opstalschade als voorschot betaald; de inboedelschade is direct volledig uitgekeerd.

Na de schade-uitkering laat de verzekeraar onderzoek doen. Op basis van het onderzoek stelt de verzekeraar zich op het standpunt dat de verzekerde op beide verzekeringen heeft gefraudeerd. De verzekeraar vordert de uitgekeerde schade terug. Het Gerechtshof oordeelt dat op de inboedelverzekering wél is gefraudeerd, maar niet op de opstalverzekering.

Rechtsvraag

Heeft de verzekeraar terecht de volledige verzekeringsuitkering teruggevorderd op grond van fraude of zijn er bijzondere omstandigheden die het verval van recht niet rechtvaardigen?

Opstalverzekering

Verzekeraar betoogt dat de fraude op de schadeclaim op de inboedelverzekering ook de terugvordering op de opstalverzekering rechtvaardigt. Verzekerde betoogt dat bijzondere omstandigheden het verval van recht niet rechtvaardigen. Het Gerechtshof acht het niet proportioneel dat de schadevergoeding op de opstalverzekering terugbetaald zou moeten worden, terwijl op die verzekering niet is gefraudeerd. Het verval van het recht op vergoeding van de opstalschade is daarom niet gerechtvaardigd.  Het Gerechtshof maakt gebruikt van de uitzondering van artikel 9:741 lid 5 BW.

Inboedelverzekering

Verzekerde voert aan dat de fraude slechts ziet op een gering gedeelte van de totale vordering en dat het daarom niet gerechtvaardigd is dat het volledige recht op vergoeding van de inboedelschade vervalt. Het Gerechtshof veegt dat betoog van tafel en oordeelt dat het recht op uitkering is komen te vervallen en dat de uitgekeerde schadevergoeding voor de inboedel dient te worden terugbetaald.

Bijzondere omstandigheden

Bij een beroep op het verval van recht wegens verzekeringsfraude is het van belang om te controleren of sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan het verval van recht niet gerechtvaardigd is. Het feit dat de fraude ziet op een gering gedeelte van de vordering is geen bijzondere omstandigheid op grond waarvan verval van recht niet gerechtvaardigd is. Een andere verzekeringsovereenkomst of een andere rubriek onder dezelfde verzekeringsovereenkomst waarop niet gefraudeerd is, is blijkens het arrest wel een bijzondere omstandigheid.