Garantieclausules

In de rubriek ‘Uitspraak van de maand’ komen voor mijn praktijk relevante uitspraken naar voren en informeer ik u over de actualiteiten. Deze maand is een uitspraak van de rechtbank Rotterdam met nummer ECLI:NL:RBROT:2023:12488 aan de orde. De uitspraak gaat over het schenden van garantieclausules en de gevolgen voor de dekking onder de verzekering.

Brandverzekering Clausule
mr. J.P. (Joost) van den Bogart

Schending van de Brandmelding Clausule

De clausules in de brandverzekering

In de brandverzekering tussen partijen zijn diverse clausules overeengekomen, waaronder een inbraakpreventieclausule, een brandmelding clausule en een clausule genaamd garanties. In de clausule garanties staat dat:
‘Indien in geval van schade blijkt, dat niet is voldaan aan de in Clausule J982 FRITUREN, Clausule J710 BLUSAPPARATEN, CLAUSULE J746 ASBAKKEN/AFVALEMMERS en Clausule J751 INBRAAKPREVENTIE, genoemde garanties, verliest verzekerde alle recht op schadevergoeding, tenzij verzekerde bewijst dat de schade hierdoor niet veroorzaakt of vergroot werd.’

Schending van de brandmelding clausule

In de procedure komt vast te staan dat de verzekerde de brandmelding clausule heeft geschonden. Als gevolg van de schending verliest de verzekerde alle recht op schadevergoeding onder de brandverzekering, tenzij verzekerde bewijst dat de schade niet veroorzaakt of vergroot werd doordat niet voldaan is aan de brandmelding clausule.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de verzekerde heeft bewezen dat de schade niet veroorzaakt of vergroot werd doordat niet aan de brandmelding clausule is voldaan. De rechtbank oordeelt dat de verzekerde met succes een beroep kan doen op de ‘tenzij-clausule’.

Opmerkelijkheid van het oordeel

Opmerkelijk aan deze uitspraak is dat de brandmelding clausule niet wordt genoemd in de ‘tenzij-clausule, maar dat de rechtbank toch op grond van de ‘tenzij-clausule’ haar oordeel velt. Dit oordeel is overigens wel juist, maar had naar mijn mening in dit geval op grond van het Biçak / Aegon arrest moeten worden gestoeld. In dat arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijk onaanvaardbaar is dat een verzekeraar zich beroept op het ontbreken van dekking wegens het schenden van een clausule als het causaal verband tussen de brand en de schending van de clausule ontbreekt.

Conclusie

De conclusie luidt dat een schending van een clausule niet hoeft te leiden tot het ontbreken van dekking onder een verzekeringsovereenkomst. Als met succes een beroep gedaan kan worden op de tenzij-clausule in de verzekeringsovereenkomst of op het Biçak / Aegon-arrest, dient de verzekeraar dekking te verlenen en de schade te vergoeden.