Het aansprakelijkheidsrecht bepaalt wie verantwoordelijk is voor schade. In principe draagt iedereen zijn eigen schade, maar als een ander aansprakelijk is, kan deze persoon verantwoordelijk worden gesteld. Aansprakelijkheid kan voortkomen uit wanprestatie, onrechtmatige daad, of het handelen van anderen, zoals ouders of werkgevers.
Het aansprakelijkheidsrecht regelt wie aansprakelijk is voor ontstane schade. Het uitgangspunt van de wet is dat ieder zijn of haar eigen schade draagt, tenzij een ander voor het ontstaan van die schade aansprakelijk is.
De twee bekendste gronden voor aansprakelijkheid zijn wanprestatie en onrechtmatige daad. Deze twee gronden zien op eigen gedragingen. Daarnaast zijn in de wet gronden voor aansprakelijkheid opgenomen voor het handelen of nalaten van anderen. Zo kunnen bijvoorbeeld ouders soms aansprakelijk zijn voor schade die hun kind heeft veroorzaakt, kan iemand die deel uitmaakt van een groep onder omstandigheden aansprakelijk zijn voor schade die door de groep is aangericht, kunnen werkgevers soms aansprakelijk zijn voor schade door fouten van werknemers. Ook iemand die een beroep of bedrijf uitoefent kan aansprakelijk zijn voor fouten van anderen die hij heeft ingeschakeld voor zijn beroep of bedrijf, ook als die anderen niet bij hem in dienst zijn. Dat geldt zowel voor ondergeschikten over wie de opdrachtgever zeggenschap heeft, alsook voor niet-ondergeschikten die zelf bepalen hoe zij hun opdracht uitvoeren.
Ook kan aansprakelijkheid voortvloeien uit een bepaalde hoedanigheid. Enkele voorbeelden daarvan zijn de bezitter van een dier die aansprakelijk kan zijn voor door het dier aangerichte schade; de bezitter van een roerende zaak kan in sommige gevallen aansprakelijk zijn voor schade die ontstaat door een gebrek in die roerende zaak. Dat geldt ook voor de bezitter van een onroerende zaak. Degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf gevaarlijke stoffen gebruikt of onder zich heeft, kan soms aansprakelijk zijn voor schade die daardoor ontstaat. De exploitant van een mijnbouwwerk kan soms aansprakelijk zijn voor schade die ontstaat door beweging van de bodem als gevolg van de aanleg van dat werk.
De rechtbank wijst de vordering van de verzekerde af, omdat het pand als slooppand werd opgegeven. Er is geen recht op herbouwwaarde, alleen sloopwaarde.
De verzekeraar wees de schadeclaim af op basis van een wijziging in de bestemming van het pand. Het gerechtshof oordeelde echter dat de verzekeraar de schade moest vergoeden, ondanks de wijziging van het gebruik van het pand.
Verzekeraar voert onterecht tactisch onderzoek uit en schendt de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek. De kantonrechter oordeelt dat de verzekerde niet hoefde mee te werken, waardoor de verzekeraar verplicht is de schadevergoeding alsnog uit te keren.
“Joost heeft mij goed geholpen, waardoor ik nu weet waar ik aan toe ben. Ik raad iedereen Joost aan. Hij is vriendelijk en luistert goed naar uw probleem, zet de juiste acties uit en zorgt dat u de juiste informatie krijgt.”
Via onze accountant kwamen wij bij Joost in verband met een geschil over een contract. Hij wees ons eerst op onze rechtsbijstandverzekering. Die hebben dekking verleend en uitbesteed. Joost heeft op deskundige wijze onze zaak behandeld en een uitstekend resultaat behaald zonder dat wij voor onverwachte kosten kwamen te staan. Alles is betaald door de rechtsbijstandsverzekering. Wij zijn zeer tevreden over Joost en bevelen hem aan iedereen aan.
Door daadkrachtig optreden heeft Joost voor mij het optimale resultaat bereikt. Daarmee is een vervelende en mogelijk langslepende kwestie voorkomen. Joost heeft mij ook gewezen op mijn recht op dekking onder de rechtsbijstandverzekering, zodat ik geen kosten heb hoeven maken. Ik ben Joost dankbaar voor zijn goede juridische bijstand.